woensdag 18 maart 2015

prentje en de muursticker

Omdat we allebei een drukke baan combineren met het co-ouderschap (en ook nog eens daarnaast een sociaal leven willen onderhouden - wij zijn van die vrouwen die alles willen) hebben vriendin P en ik de 'Ikea-date' in het leven geroepen.
Eens in de zoveel tijd spreken we na ons werk bij Ikea af, doen ons tegoed aan de Zweedse gehaktballetjes, bespreken ondertussen wat er zoal gaande is in ons leven, doen een rondje door de winkel, en gaan weer op tijd op huis aan.

'O, die vind ik cool', zeg ik blij als we tegen een skull-muursticker oplopen.
'Ja, dat is ook wel een prentjesding', beaamt vriendin P.
Nu moet u weten dat vriendin P en ik hele andere ideeën hebben wat woninginrichting betreft, maar ik waardeer het als mensen niet alleen uitgaan van hun eigen voorkeuren, maar zich ook goed kunnen verplaatsen in de ander.
Vriendin P kan dat als geen ander. Dat bleek wel weer toen we onze 'levensissues' bespraken boven de welbekende gehaktballen.
Op een liefdevolle manier een spiegel voorhouden, dat is voor mij een van de essenties van vriendschap.
En ik prijs me gelukkig dat ik zulke mensen om me heen heb.
Die van je houden - no matter what - ook al vinden ze je af en toe een rare.
Al was het maar vanwege je voorliefde voor grafische skulls.

We lopen verder onze ronde (wat bij Ikea Utrecht tegenwoordig meer een halve marathon is) en kletsten verder.
'Ik weet wat ik je voor je verjaardag geef', straalt P opeens.

En ja, ik mocht 'm al mee naar huis nemen.
En hoewel ik nog de hele avond moest werken, kon ik het niet laten om 'm meteen op te plakken.
Hij kreeg de perfecte plek (op de enige lelijke electriciteit-kastjes-deur die ik nog niet had vervangen), tegenover het Studio Job-behang in mijn hal.
Maar niet alleen daarom is ie perfect. Ik kijk er ook op uit vanaf mijn werkplek.

Zodat ik goed zicht kan houden wat écht belangrijk is in het leven.    

zondag 15 maart 2015

prentje is boos

Als kind was ik een enorme driftkop.
Ik herinner me dat ik ooit een van mijn familieleden achterna heb gezeten met een vergulde kandelaar, minstens drie rondjes rond de tafel.
Daarna heb ik het afgeleerd. 'Als de sfeer maar goed blijft', hoorde ik regelmatig. Dus paste ik me aan. Hoe vaak ik mezelf niet heb horen zeggen: 'ik begrijp het', 'ik snap je gevoelens'. In eerste instantie dacht ik dat 'de ander' wel recht had om boos te zijn, maar nu ik er langer over nadenk, bekruipt me het gevoel dat 'de ander' dat ook niet mocht. Ik probeerde het te sussen. De sfeer weer goed te maken. Maar de sfeer werd daarmee niet goed. De sfeer werd onecht.

Boosheid transformeerde in een emotie die ik veel beter kende: angst. Angst dat de ander boos op me was.
'Wat jij moet leren is professioneel ruzie maken', zei mijn vorige manager van wie ik veel heb geleerd. 'Met je vuist op tafel slaan'. 'En het daarna weer afzoenen', voegde hij er met een grote knipoog aan toe.
Ik weet nog dat ik toen dacht: 'maar ik ben niet het type van vuist op tafel slaan'. Dat klopte niet. Dat ben ik wel.
Maar ik ben het kwijt geraakt.

En de reden dat ik dit met u deel, is omdat ik denk dat ik niet de enige ben die geconditioneerd is. Volgens mij hebben vooral vrouwen er last van.
Gisteren zat ik met Zoon in de bioscoop voor 'Jack bestelt een broertje'. Aanrader overigens.
We kregen eerst een voorfilmpje te zien van Cinderella, de live-action-uitvoering van Disney.
En wat krijgt Assepoester mee als boodschap van haar stervende familielid? 'Je moet aardig zijn'.
Waarop ze vervolgens enorm wordt uitgebuit door die krengen van stiefzussen en stiefmoeder.
En in plaats van dat as door de kamer te smijten, wordt ze Heel Verdrietig.
Huilt ze prachtige Disney-tranen en vlucht ze huilend het bos in.
En uiteindelijk wordt ze gered door de knappe prins, enfin, u kent het verhaal.
Maar ze wordt niet één keer kwaad. Ze komt geen enkele keer voor zichzelf op.
En dat is de boodschap die de kleine meisjes die de belangrijkste doelgroep vormen, mee krijgen.
Wat gebeurt er dan? De meisjes worden groot, worden wellicht onrechtvaardig behandeld, maar herkennen hun eigen boosheid niet meer. De boosheid verdwijnt echter niet; hij slaat naar binnen toe.
En komt er op een andere manier uit. Bijvoorbeeld met klagen. Of huilen. Of vluchten.

En doen we er zelf ook niet hard aan mee?
De grootste moeite die ik had met deze blogpost was een geschikte foto vinden.
Ik vond vooral lachende foto's, mooie plaatjes.
Leren we onze kinderen niet ook af of om boos te zijn, omdat dit een 'lelijke' emotie is?
Houden we het niet zelf in stand?

Gisteren was ik boos. De reden is hier niet belangrijk, het gaat me om de emotie. Want boosheid is een heel krachtig gevoel. En misschien is dat ook een van de redenen dat ik het heb weggestopt.
Was ik bang geworden voor mijn eigen temperament. Want ik ben een Ram, en heb een felle kant.
Ik ben een knokker, maar had de handdoek al bijna in de ring geworpen.

Robbertje vechten?      

vrijdag 13 maart 2015

prentje en de groei

Het is 's ochtends meteen al duidelijk dat het zo'n dag gaat worden.

Zoon is de avond ervoor (te) laat naar bed gegaan, en heeft last van 'Bed-teritus' zoals hij het zelf noemt (we kennen hier ook de variatie Bank-eritus).
Kortom, moeilijk uit bed te krijgen, daarna 'mam-ik-krijg-niet-én-mijn-schooltas-én-mijn-gymtas-én-mijn-voetbal-mee-op-de-fiets'. 'Je hebt toch een bagagedrager?' 'Ik heb helemaal geen bagagedrager!'.

Dus om 8.29 uur met gierende banden voor school afgezet. 'Hij moet nodig naar de kapper', maak ik een mentale notitie terwijl hij de school in rent. Lang kan ik hem niet nakijken, want ik moet snel naar kantoor.
Omdat ik volgende week een groot evenement organiseer, is het razend druk. Op het allerlaatste moment heb ik nog een ingeving, en moet alles op alles zetten om deze nog geregeld te krijgen.
Daardoor ga ik te laat weg. Kom ik in de file terecht. Kan ik geen boodschappen meer doen. Is de batterij van mijn telefoon ook nog eens leeg.
Schuldbewust ren ik naar binnen. Zoon zit op de bank. 'Hoi mam', zegt hij blij en vertelt over zijn dag.
Ik scharrel een maaltijd in elkaar van de spullen die ik nog in huis heb. 'Vanavond ga je op tijd naar bed, hoor', probeer ik dapper. En warempel, het lukt me ook nog eens voor de verandering.
En dan vergeet ik maar even dat hij continu in mijn 'grote bed' slaapt in plaats van in zijn eigen bedje.

Zou ik zowaar vanavond die film kunnen zien waar ik al een tijdje naar uitkijk?
Ik zet mijn tv aan, en zoek ik in het menu naar 'Video on demand' (vind het al heel wat dat ik weet hoe dat moet. En ik weet warempel ook nog de pincode te vinden die ik moet intoetsen).
Ik nestel me op de bank voor 'Samba'. En net als ik er lekker in zit, staat er opeens een klein mannetje voor mijn neus.
'Ik kan niet slapen. Kom je ook zo?'
'Ik zit nu net een fijne film te kijken, lieverd', antwoord ik. En voor ik het weet ligt dat kleine mannetje naast me op de bank. Samen genieten we van de rest van de film.
'Dan zie ik het maar weer als onderdeel van je opvoeding', zeg ik schuldbewust ik terwijl we er weer laat inkruipen.
Aan zijn ademhaling hoor ik dat hij snel vertrokken is. 'Sorry dat ik zo'n slechte moeder ben', fluister ik, nog steeds schuldbewust, in zijn slapende blonde haren.

'Je geeft je kind de ruimte zodat hij goed kan groeien. Net als bij onze moestuinplantjes. Daarom verpotten we ze ook. Dan hebben ze nog meer ruimte om hun wortels sterk en krachtig te maken', antwoordt hij onverwachts met zijn heldere stemmetje. 'Dat doe je ook bij mij. Jij geeft mij de ruimte om te groeien.'

Gelukkig absorberen lange haartjes goed plotseling opwellende tranen.
Of ze nu slapen of niet.

dinsdag 10 maart 2015

prentje en de boot

Vroeger wilde ik zo zijn als 'iedereen'. Dat mislukte jammerlijk.
Daarna besloot ik mezelf te zijn. Dat lukt, soms.

Ik ontdekte dat ik nog vaak leef in de ogen van de ander. Vindt u me leuk, dan voel ik me leuk.
Pas dan geloof ik dat ik leuk bén.
Daarmee geef ik het heft uit handen.
Ik probeer in te zien dat ik de kapitein ben van mijn eigen schip.

Dan vaar ik maar eens tegen een rotsblok op. Die zijn er niet voor niets.
Als ik alle rotsblokken omzeil, leer ik ook niet dat mijn boot goed kan drijven.
Dat ik mijn eigen koers kan uitzetten.
Dat eigenwaarde niet voor niets zo heet.
Hoe kan je nu eigenwaarde uit een ander halen?
Het heet niet voor niets zo. Het werkt alleen maar als het uit je 'eigen' komt.

Net als zelfvertrouwen. Ook dat kan een ander je niet geven.
Anders was het wel 'andervertrouwen' genoemd.

Ik ben van nature bang aangelegd.
Daarom probeer ik zo onbevreesd mogelijk te leven.

zondag 8 maart 2015

prentje en de paasvoorpret

Natuurlijk, ik kan me best voorstellen dat niet iedereen de stad in gaat met als doel: 'paas-accesoires'.
(En helemaal blij wordt van de paascollectie van Dille & Kamille in precies de goede kleuren.
En minder blij van de weinig vernieuwende paasstyling van de Hema.
Maar dan wel weer een gelukkigsgevoel krijgt van de prachtige lichtinval op deze eerste lentedag.
Zoon & Verloofde in de auto laden en hup, naar Bergen rijden.)

Natuurlijk kan ik me dat voorstellen.

Maar ik toevallig wel.

zaterdag 7 maart 2015

prentje en de lampen

Ik vind het 'lichtplan' best lastig. Toen ik in de Petteflet kwam wonen, hingen er overal plafonnières. Nu weet ik niet hoe het met u zit, maar ik hou niet zo van plafonnières. Ik hou vooral van een soort 'archetype' lamp, zeg maar hoe een kind 'm zou tekenen. (Of hij moet gewoon gek zijn, zoals mijn witte staande Ikea PS-lamp).
Hoe dan ook, het eerste wat ik zo ongeveer deed toen ik hier naartoe verhuisde, was alle plafonnières weghalen. Eén grote industriële lamp boven de eettafel en eerder genoemde schemerlamp leek me wel voldoende voor zo'n kleine woonkamer.
Maar zoals wel vaker, the proof of the pudding is in the eating. Ik moest er eerst een tijdje wonen om te ontdekken dat mijn 'lichtplan' toch wel wat mager was. Er moest in ieder geval een leeslamp komen.
Nu heb ik zo ongeveer overal schuine wanden, dus dat bleek nog niet zo eenvoudig. Uiteindelijk vond ik bij Loods 5 deze industriële lamp:
Nu leek het me zo leuk om - nadat ik het snoer had vervangen het snoer vervangen was voor een kek snoer van de Snoerboer - het geheel te begeleiden met stoere haken. Nu vond ik alleen maar lullige witte haakjes bij de bouwmarkt, maar ik had al bedacht dat ik die kon verven (één tip uit ervaring mensen; metaalverf is geen overbodige luxe in dezen). So far de leeslamp.

Toen ontdekte ik dat mijn werkplek in de hoek van de kamer toch wel erg donker was. Nu was ik al een tijdje verliefd op de Unfold lamp van Muuto. Naast dat het een archetype lamp is, heeft ie ook iets 'geks'; hij is namelijk van rubber. Maar ook, zoals vaak bij design, behoorlijk aan de prijs. En ik twijfelde nog een beetje over de kleur, lindegroen of olifantgrijs.
Dus kocht ik toch een lampje bij Ikea, en die hing leuk hoor, maar die was het nét niet.

Een week later stond ik weer te zwijmelen boven 'mijn' lamp in groene uitvoering, bij Emma B in Utrecht dit keer, en voor ik het wist, liep ik er mee naar de kassa. Alsof ik in een soort trance was.
In een waas rekende ik af, en buiten op de stoep appte ik ex-Man, of hij toevallig vanmiddag wat te doen had.

'Begrijp ik nu goed', vroeg ex-Man even later bedenkelijk, 'dat je eerst een kopie van je droomlamp koopt, deze op hangt laat hangen, en een week later toch het origineel koopt?'
'Ja, maar die Ikea-lamp kan weer heel goed in Zoon's kamer', antwoordde ik, toch een tikkie schuldbewust. 'Heb je verder nog plannen voor vanmiddag?'

Enfin, om een lang verhaal kort te maken, de Muuto-lamp hangt in mijn werkhoek, en de Ikea-lamp leuk in Zoon's kamer (waarbij de 'oude' lamp bij het vervangen nog sneuvelde, alsof het universum mee toch nog iets duidelijks probeerde te maken).

Nu zit ik toch nog te twijfelen of ik wel genoeg licht boven de bank heb.
(In het grijs was de Muuto-lamp namelijk ook erg leuk.)

Zucht. Zal ik ooit het licht gaan zien?