zondag 30 september 2012

prentje en het einde van het seizoen

Bovenstaande illustratie is een coproductie van prentje & Zoon, 
waarbij het decor is bedacht en uitgewerkt door Zoon

Het vervelendste weekend van het seizoen was aangebroken; we moesten ons huisje aan zee weer klaar maken voor de winter.
Het seizoen op ons campingveldje loopt van april tot oktober, dus dat betekent dat we voor 1 oktober de boel moeten afsluiten. Voorbij weer de kofferbakmarkten vol gekke verzamelingen, de wedstrijdjes in het zand, de smoothies bij onze favoriete strandtent.
Maar hallo boerenkool met worst, herstwandelingen door een gouden bos, sinterklaasvoorpret en koude handen van de sneeuw.
In elk jaargetijde valt immers wel iets moois te ontdekken.

En toch kan ik een gevoel van melancholie niet onderdrukken terwijl we ons weekendonderkomen leeghalen en schoonmaken. Elk jaar ben ik weer verbaasd hoeveel spullen er in zo'n klein huisje kunnen. Ik haal de bedden af, schrob de vloer en ruim alle duin-en strandverzamelingen op, terwijl Man de leidingen afsluit.
Met een auto vol beddengoed rijden we naar huis. We kunnen terugkijken op een fijn seizoen; we hebben genoten.

Maar het duurt altijd even voor ik mijn draai weer gevonden heb thuis. De wasmachine niet, die draait op volle toeren. Omdat de zon ook zondag volop schijnt, kan ik alles buiten hangen.
Ik voel me wat onwennig, loop wat door het huis. Het leven daar lijkt altijd zoveel eenvoudiger. Als de zon schijnt, pak je de fiets en rij je naar het strand. Hier weet ik niet zo goed wat ik moet doen met deze mooie herfstdag.

Ik kijk nog een keer op mijn computer naar de foto's van afgelopen zomer.

En dan is het tijd om af te sluiten.

vrijdag 28 september 2012

prentje en de tweede schooldag

'Probeer er ook van te genieten', zegt mijn collega als ik vertrek van mijn werk om naar mijn opleiding te gaan.
Ik zucht. De afgelopen dagen heb ik zo lopen piekeren, dat ik bijna was vergeten dat ik voor de studie Grafische Vormgeving heb ik gekozen omdat het mijn passie is.

Het verkeer zit tegen, maar ik heb besloten me daar niet druk over te maken, tot mijn eigen verbazing.
Vijf minuten te laat loop ik de school binnen. Waar was nou vleugel B?
Ik snap nog helemaal niets van die plattegrond. En weer ga ik in een flits terug in de tijd naar mijn eerste weken op de middelbare school, toen ik ook moeite had om mijn lokaal te vinden. Met dit verschil dat ik geen te laat-briefje hoef op te halen bij de conciërge.
Gelukkig kom ik de directeur tegen, die zo lief is om met me mee te lopen naar de andere vleugel. 'Ik weet een short cut', zegt hij samenzweerderig, en braaf hobbel ik via allerlei binnenweggetjes achter hem aan.

Mijn klas en docent begroeten me vriendelijk, en snel schuif ik aan in de schoolbank. Ik kijk eens om heen in het lokaal, en zie overal kunstwerken. Om de telefoon heeft iemand een oude telefooncel geschilderd. Op de andere wand hangen spreuken in allerlei lettertypen. Ik zit dan ook in de les typografie, maar daar komen we amper aan toe, omdat de docent ons goed wil leren kennen. Ik ontdek steeds meer overeenkomsten met mijn klasgenoten. Eentje blijkt in mijn wijk te wonen, en met de ander heb ik dezelfde basiscursus gemeen. 

Na de pauze beginnen we met grafische vormgeving. We krijgen een oefening in oog-handcoördinatie, en alvast het huiswerk voor de volgende keer (met primaire vormen emoties uitbeelden).
Ook hier ontkomen we niet aan een voorstelrondje. Was ik van de week nog op zoek naar de kleine lettertjes in de studievoorwaarden (kan ik hier nog onderuit?); nu merk ik dat ik me steeds meer thuis ga voelen.
In deze groep, met aardige klasgenoten.
In deze creatieve omgeving.
Met deze geïnteresseerde docenten.

Zoals altijd heb ik de boel weer behoorlijk opgeblazen.
Ook mijn medestudenten schrokken van de tijd die ze in de studie moeten steken.
Vonden het heel eng om weer opnieuw naar school te gaan.
Zijn onzeker over hun ontwerpen.
Maar ik denk dat we er elkaar doorheen kunnen helpen.

Ik voel mijn passie voor ontwerp weer aanwakkeren. Zo snel laat het vuurtje zich niet doven.

De volgende dag fotografeer ik mijn andere kofferbakvondsten, in de letterbak van de Hema die die ochtend bezorgd is. Hij is een beetje beschadigd, maar ik probeer me dapper voor te houden dat schoonheid in imperfectie zit.

Ik word zo blij van deze jaren 70-vormgeving. Het zijn de ontwerpen van mijn jeugd. Ik betrap mezelf op de gedachte dat ik eigenlijk nooit ben opgehouden met spelen. Of ben ik weer opnieuw gaan spelen? Ik geniet ervan om de poppetjes goed neer te zetten, decortjes te bouwen. Ik kan simpelweg gelukkig worden van een decorstuk met een seventiesboom, onderdeel van een onbegrijpelijk magnetenspel. Een kofferbakmarktvondst van opnieuw twee euro.

Maar het plezier ervan is voor mij onbetaalbaar.

woensdag 26 september 2012

prentje en de eerste schooldag

'Jullie kunnen je mobieltjes wel weg doen, want je sociale leven kun je de komende tijd wel vergeten.'

Ik slik en kijk om me heen. Vanavond is de start van mijn studie.
Na een hele lange werkdag (ik moest 's ochtends vroeg al aan de andere kant van het land zijn voor een intensief programma, en heb net een collega afgezet in hartje stad, tijd om te eten had ik niet) verzamelden we ons in de hal van het gebouw.
Ik krijg een Déjà Vu van mijn schooltijd. Wie is er nog meer nieuw? Wie staat er nog meer alleen? Met wie kan ik een praatje maken?
Wie wil er mijn vriend zijn?

Onwennig lopen we even later achter de coördinator aan naar de aula. Het hoofd van de school houdt zijn openingsspeech, en geeft dus aan dat we voorlopig alleen nog maar bezig zijn met school. Ben ik nu de enige die schrikt?
De eerstejaars moeten blijven zitten, en worden in twee groepen verdeeld. Ik wacht tot mijn naam wordt omgeroepen, en kijk naar mijn klasgenoten. Die zien er op het eerste gezicht wel vriendelijk uit. Ik krijg de indruk dat de groepen op leeftijd zijn geselecteerd, want in de andere klas lijken ze nog wel jonger. Ik voel me heel oud opeens. Hebben die andere mensen ook wel gezinnen en banen?

Daar kom ik even later achter in het voorstelrondje. Gelukkig zijn er nog een paar die de studie moeten combineren met kinderen en werk.
De docenten stellen zich voor, en vertellen wat over hun lessen. Ik krijg tekenen, (moderne) kunstgeschiedenis, typografie, fotografie, drukwerktechnieken en - uiteraard - grafische vormgeving. De veelzijdigheid maakt deze opleiding uniek, begrijp ik van klasgenoten die helemaal uit Leeuwarden en Groningen komen om de studie hier te gaan volgen. Vanuit verschillende disciplines de vormgeving benaderen, daar komt het op neer.
'Je wordt hier continu beoordeeld, en je moet heel goed tegen kritiek kunnen', zegt een van de docenten.
Ah, dat wordt weer een leerpuntje. Ik hou maar even mijn mond en knik alsof me dat geen énkel probleem lijkt.

We krijgen een map, en drommen rond een tafel om te zien welke materialen we allemaal moeten aanschaffen. Potloden, verf, schetsblokken, fineliners, stiften, draagmappen; er komt geen einde aan. De lijst ontvangen we de volgende dag per mail, dus we hoeven niet mee te schrijven. Ik denk even aan mijn bankrekening. Dat wordt voorlopig niet meer uit eten.

Nadat we allemaal apart in de studio op de foto zijn gezet (ik denk maar even niet aan het vermoeide witte koppie dat ik net tegenkwam in de spiegel op het toilet) en de huiswerkopdrachten hebben ontvangen, mogen we naar huis.

De volgende dag, na opnieuw een drukke dag op mijn werk, vind ik inderdaad de bestellijst in mijn mail. Ik denk aan alles wat ik moet doen. Hou ik nog wel tijd over voor de mensen om mij heen? Kan ik nog naar kofferbakmarkten om voor twee euro bouwdozen uit de jaren zeventig te scoren?
Opeens begin ik te snikken. Kan ik dit wel aan? Waar ben ik aan begonnen? Hou ik nog wel mijn plezier in vormgeving als ik zoveel moet? Waarom wilde ik dit ook al weer?

Man en Zoon slaan hun armen om me heen. 'Wat is er mama, waarom ben je verdrietig?', vraag Zoon terwijl hij zich tegen me aan nestelt. 'Ik vind het opeens zo druk allemaal', snik ik. 'Misschien moet je dan een koptelefoon op', zegt Zoon. 'Dat heeft een jongetje uit mijn klas ook altijd als hij rust nodig heeft'.

Man neemt met mij de lijst door en kijkt op zolder wat er nog ligt aan materialen. Van mijn oom heb ik een koffer vol schilderspullen geërfd, dus wat betreft verf zit ik wel goed.

Als ik de lijst afwerk, verschijnt er opeens een sticker van een paddestoel op mijn blaadje. 'Zo', zegt Zoon tevreden. 'Dat krijgen wij ook op school als we ons werk goed hebben gedaan.'

Mijn sociale leven laat zich niet uitzetten.
Gelukkig maar, want ik zal de mensen om me heen hard nodig hebben, de komende tijd.

zondag 23 september 2012

prentje en de teksten

We zijn samen in het kabouterhuis, Zoon en ik. Het is officieel herfst nu, en dat merken we. We zien het, voelen het, ruiken het.
Zoon heeft een geheime hut gebouwd in het bos. De dennenappels zijn de wapens tegen indringers.
We gaan fietsen. Ik denk continu aan iemand in mijn omgeving die me lief is, en het moeilijk heeft nu.
'Weet je wat het aller-, aller-, allerpijnlijkst is?', vraagt Zoon. Ik verwacht een antwoord als: 'van vijf kilometer hoogte naar beneden vallen', of 'als er twintig ninja's je tegelijkertijd aanvallen'.
Hij is heel erg acht, mijn Zoon, en druk in zijn hoofd met stoere verhalen.

'Nou?', antwoord ik een beetje afwezig.
'Als iemand je gevoelens kwetst', zegt hij serieus.
Mijn kleine, wijze huisfilosoof.
'Dat is inderdaad heel pijnlijk', zeg ik met een brok in mijn keel.

We gaan wat drinken bij de Berenkuil. Ik denk na over wat Zoon zei. Ik kan me niet herinneren dat ik zulke dingen bedacht toen ik acht jaar was.

'Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag!', zegt hij opeens.
Verbijsterd kijk ik hem aan. Het moet niet gekker worden.
'Dat staat daar op dat bord', mompelt hij.
Gelukkig.

vrijdag 21 september 2012

prentje's thuis


Omdat het vandaag de eerste dag van de herfst is, dacht ik, 'kom, ik geef u weer eens een kijkje in mijn huis.' Niet bijster origineel, deze gedachte, ik weet het, maar ik vind het wel weer een goede aanleiding om de blik weer een beetje naar binnen te richten.

Allereerst een (wooninrichting)tip, als ik zo vrij mag zijn: hou vooral geen rekening met wat 'in de mode is' of dat het allemaal in één stijl moet (maar dat deed u vast al niet, hè.)
Ga dus niet denken of het bij elkaar past, als je het leuk vindt, past het bij elkaar.

Mijn huis is een allegaartje van rommelmarktvondsten, beetje Ikea, wat vakantiesouvenirs, toefje Hema, snufje (betaalbaar) design en vooral veel printjes door elkaar.    
Eigenlijk heb ik maar één criterium: ik moet er blij van worden.

Ik vind veel huizen zo serieus. Je woning moet eigenlijk een afspiegeling moet zijn van je persoonlijkheid. Dat je ziet: 'ja, dit huis past bij deze persoon.' Soms klopt dat, vaak ook niet.

Enfin, genoeg gepraat, ik laat u wat foto's zien van mijn huis. 
Mag u zelf concluderen of het past.

woensdag 19 september 2012

prentje en het grote Muizenhuis

'Wil je met een vriendje spelen of zullen we samen naar het grote Muizenhuis gaan?', vroeg ik Zoon vanochtend. 'Naar het grote Muizenhuis', antwoordde hij meteen. Zoon is inmiddels ook helemaal muizenfan.

En zo reden we vanmiddag samen naar kasteel Groeneveld, terwijl we meezongen met de radio.

Daar aangekomen viel het me mee met de drukte. 'Weet u de weg?', vroeg de mevrouw achter de balie. Dat wisten we zeker. We zijn al naar verschillende kindertentoonstellingen op de zolder van het kasteel geweest, waaronder 'Pluk redt de dieren' van Fiep Westendorp, 'Beestenboel' van de Gouden Boekjes en 'Monkie, Platvoetje & Co' van Ingrid en Dieter Schubert. Veteranen, kun je ons dus inmiddels noemen op het gebied van de Groeneveldse zoldertentoonstellingen.

'En hoe was het grote Muizenhuis?', wilt u nu inmiddels weten. De kracht van de boeken over het Muizenhuis zit 'm volgens mij in twee dingen: de enorme gedetailleerdheid waarmee Karina Schaapman het huis van sloopmateriaal in miniatuur heeft gebouwd (en waaruit zoveel liefde en vakmanschap straalt) en de lieve muisjes die precies de goede uitstraling hebben.
Het ziet er prachtig uit op zolder. Het zijn leuke kamertjes, nagebouwd uit het boek, sfeer beetje seventies, soms ouder (zoals het washok) met goede vondsten.
Maar niet in het klein en helaas zonder de bewoners met hun spitse snuitjes.

Ik zou zeggen, ga zeker een keer langs bij kasteel Groeneveld. Er is genoeg te zien, zowel op zolder als in de rest van het kasteel.
Daarnaast kun je er fijn wandelen buiten (wij zagen nog een eekhoorn); ze hebben heerlijke taartjes in het restaurant en het is goed te combineren met een bezoekje aan woonwarenhuis Nijhof (door Zoon steevast boer Nijhof genoemd, naar de agrariër uit Bob de Bouwer).

En waarschijnlijk zijn er genoeg muizen in het kasteel.
Maar op zolder worden ze nog een beetje gemist.