dinsdag 27 september 2011

prentje en de stad

'Waar denk je aan als ik zeg: ik en de stad? Teken twee gesloten patronen, en een open patroon. De gesloten patronen op gekleurd papier, de open vorm op wit papier. Daarna gaan we ze inscannen.' 

Voorzichtig kijk ik naar mijn medecursisten van de vervolgcursus Illustratie en Digitaal. Snappen zij wat er wordt bedoeld? Even voel ik weer het paniekerige gevoel van vroeger op school als ik een rekensom niet snapte.
Gelukkig mogen we bij elkaar aan de grote tafel zitten, en na even rondgekeken te hebben, snap ik wat de bedoeling is.
Ik teken een auto met een caravannetje erachter, en een kerk. Als open patroon een regenwolkje. Niet heel stedelijk. Wat voor een draai zal ik geven aan deze onstedelijke vormen?
Ik voel me weer als een kind die een opdracht niet goed heeft uitgevoerd. Tot ik zie dat mijn buurvrouw een konijn en een spook uitknipt. En opeens realiseer ik het me. Het is een creatieve cursus. Het gaat over mijn gedachten bij een stad. Dat is heel persoonlijk. Misschien heeft mijn buurvrouw samen met haar konijn in de stad gewoond, en zag ze 's nachts spoken.
Voor de derde keer die avond voel ik me een klein kind, maar nu omdat ik denk in cliché-beelden en gehoorzaam gehoor geef aan de opdracht van mijn juf.

We gaan de figuren inscannen, en omzetten in zwart-wit. Vervolgens maken we er een patroon van.
Ik voel me in mijn element. Ik kijk om me heen en zie enthousiaste gezichten. Dit is mijn wereldje. De wereld van illustraties, en van mensen die deze passie delen.

'Ik geef op maandag in dorp X de basiscursus Illustreren, zegt mijn juf terloops.
Ik voel even de grond wegzakken. Ik woon in dorp X. Deze cursus is naast mijn deur. Wat moet ik nu doen? Overstappen? Beide cursussen tegelijk volgen?

wordt vervolgd

zaterdag 24 september 2011

prentje en het einde van het seizoen

De laatste zaterdag van september is niet mijn favoriete zaterdag. Deze dag staat traditiegetrouw in het teken van ons huisje uitruimen en gedag te kussen tot het weer lente wordt. Het seizoen van de camping waar ons huisje staat, loopt van 1 april tot 1 oktober.

En om het nog erger te maken, is het schitterend weer. Wat een rare zomer is het geweest. Met Pasen in bikini, in juli met de kachel aan en nu het officieel herfst is, laat de zon zich weer van haar mooiste kant zien. Maar wij kunnen niet genieten van de zon; er moet gewerkt worden.

De hele middag heb ik een brok in mijn keel die ik maar niet weg kan slikken. Ik weet dat we in april weer kunnen gaan genieten van ons plekje aan zee, maar opeens zie ik zo tegen de herfst en de winter op. Ik zal het moeten doen zonder toevluchtsoord, waar ik naar toe kan rijden als dat nodig is.

Man en ik hebben de taken stilzwijgend verdeeld; hij sluit alles af wat met water en gas te maken heeft, ontkoppelt de buitendouche en zaait het gras opnieuw in. Ik haal de bedden af en trek alle kasten leeg.

We pauzeren alleen even voor een kop thee. De stoelen staan al in het schuurtje, dus ik ga op de wipkip zitten tegenover mijn huisje. Zachtjes wieg ik heen en weer, terwijl ik denk aan afgelopen seizoen. Dat prachtige voorjaar vol beloftes. Die lange zomer vol regen waarin ik het af en toe niet meer zag zitten. Mijn mislukte uitstapje naar het reisbureau, om daarna toch weer terug te keren. En dan toch daarna nog een paar gloedvolle weekenden in het najaar.  

Mijn thee is op, het wordt tijd om de deur achter me dicht te trekken. Nog een keer kijk ik om.

Dag lief hartjeshuisje, tot volgend jaar.

vrijdag 23 september 2011

prentje en de nieuwe cursus

Ik begin vanavond met mijn nieuwe cursus 'Illustratie en digitaal', van Kim Welling. Ik heb hier heel veel zin in, want ik heb het afgelopen jaar ontdekt dat mijn hart bij de grafische vormgeving ligt.

Wat ik graag zou willen, is een eigen 'handtekening'. Een tijdje terug was ik vooral bezig met textiele vormgeving. Ik combineerde schilderijen met stofjes, borduurde er een eindje op los, en combineerde knopen met vilt. Ook maakte ik veel hangers. Huisjes waren een terugkerend motief, evenals sprookjes.

Daarna ging ik vooral los met Photoshop. Ik bewerkte de stoffen digitaal, en combineerde ze vaak met verschillende foto's en illustraties.

Niet veel later kwam de retromania in mijn leven, vooral aangestoken door de Hipstamatic. Ik ontdekte de rommelmarkten, en combineerde attributen met oude foto's. Met name het circusthema kwam veelvuldig terug.

Onlangs heb ik een schetsboek gekocht en mooie Copic-stiften, en sindsdien teken ik er weer op los. De schetsen bewerk ik vervolgens digitaal.

Zucht. Die eigen handtekening laat nog even op zich wachten, vrees ik. Ik vind teveel technieken leuk.

Of misschien is de handtekening wel dat ik juist alles door elkaar combineer. Dat maakt het prentje.

woensdag 21 september 2011

prentje en de vroege Sinterklaas

Sinds de pepernoten weer in de winkel liggen, is Zoon gefocused op de komende Sinterklaas. Uiteraard heb ik hem al meerdere keren verteld dat het nog wel 2,5 maand duurt tot pakjesavond, maar het helpt niet echt als er al een dikke speelgoedfolder op de mat is geploft. Deze folder is zijn bijbel en gaat elke avond mee naar bed. Inmiddels is er een basisverlanglijst, die elke avond gefinetuned wordt. Daar staan dingen op als 'deze wil ik graag, heel graag'.

'Ik heb er voor de zekerheid mijn naam en mijn achternaam op gezet', zei hij van de week zakelijk. 'Dan kan hij niet in de war raken.' Zoon vertrouwde het geheugen van de oude man blijkbaar niet meer helemaal. 'Waar zal ik de lijst neerleggen?'

Twijfelend stond ik voor de lijst. Wat zou geloofwaardiger zijn, dat Sint hem alvast had opgehaald of dat hij er de volgende dag nog zou liggen? Ik besloot 'm mee te nemen.

De volgende ochtend paniek in de tent. 'Waar is mijn lijst?', vroeg Zoon bezorgd. 'Misschien heeft Sint 'm al meegenomen?', opperde ik. Verontwaardigd keek hij me aan. 'Dat kan natuurlijk nog helemaal niet', zei hij. 'Hij is toch nog lang niet in het land? Dat heb je zelf gezegd.' Domme actie van de hulpsint. 'O, ik geloof dat ik 'm ergens anders heb neergelegd', zei ik vaag.

En sindsdien wordt de lijst elke avond bijgewerkt. En ik geniet er van. Want ergens heb ik het vermoeden dat dit wel eens het laatste jaar zou kunnen zijn dat zijn geloof zo rotsvast is.

zondag 18 september 2011

prentje en de kleurrijke zaterdag

'Ik zou eigenlijk wel een rozenkelim willen', zei ik 's ochtends tegen Man. 'Maar ze zijn vaak zo duur'. Zoon speelt vaak op de grond, en in het najaar kan het dan wat koud optrekken. En daarnaast vind ik het ook gewoon gezellig, zo'n kleed.

Even later zaten we op de fiets naar de stad. Ik wilde wel weer eens naar de lapjesmarkt, en Zoon had nog wat cadeautjes nodig voor partijtjes. In Utrecht aangekomen scheidden onze wegen, Man en Zoon gingen naar de speelgoedwinkel en ik op stoffenjacht.

Nadat ik over de markt had gelopen, had ik nog wat tijd over voor ik mijn mannen weer zou ontmoeten. Gewoontegetrouw liep ik de Hema binnen.

En vervolgens werd ik een tikkeltje high. Want de nieuwe woonaccessoires waren binnen. Ik zag een rek vol kinderkamerspullen. Geweldige kussens, waarin stempelpatronen gecombineerd werden met borduursels. Ik zwichtte voor een bomenkussen waarvan ik wist dat het geweldig zou staan in Zoon's kamer.

En net toen ik al helemaal blij was van mijn kussen, zag ik mijn rozenkelim. Ok, niet met de hand geknoopt, maar daar was de prijs dan ook naar. Ze hadden ze in twee kleuren. Vertwijfeld stond ik voor het rek. Welke zou ik nou nemen? Ik hoorde mijn telefoon rinkelen, maar stond voor Een Belangrijke Keuze. Ik besloot voor de groene te gaan.

'Waar bleef je nou?', vroeg Man. 'De Hema had de nieuwe woonaccessoires binnen', zei ik, en dan weet hij al genoeg.

Ik kocht nog een bos Dalia's op de bloemenmarkt en fietste met een hoofd vol kleur naar huis.

Laat die herfst nu maar komen.

zaterdag 17 september 2011

prentje en de badeend

'De rollen zijn verdeeld voor de Viering', zei Zoon van de week.
'O ja? En wat ben jij?', vroeg ik geïnteresseerd.

'Ik ben badeend', zei Zoon.

'Badeend, wat leuk', kwaakte ik iets te enthousiast.
'Het is maar een kleine rol, hoor', schokschouderde Zoon.
'Ik moet twee keer "piep" zeggen.
'En toch vind ik het een goede rol', hield ik vol.
'Ach ja', zei Zoon, 'er zijn ook kinderen die geen enkele rol hebben. Dan kun je maar beter badeend zijn.'

Een paar dagen later zit ik in de theaterzaal. De groep van Zoon is als laatste aan de beurt. Daar zit hij, tussen de tijgers en alle andere stoere dieren. Al die tijd heeft hij zijn snavel op, al helemaal in zijn rol.

Het stuk van zijn groep is niet niet helemaal te volgen, maar ik heb toch alleen maar oog voor mijn badeendje.

Hij zegt precies op het goede moment "piep, piep".

woensdag 14 september 2011

prentje en de doperwt

Zoon is een hele slechte eter. En met slecht bedoel ik ook heel slecht. Als baby en peuter at hij alles, daarna at hij alleen wat met een p begint: patat, poffertjes, pannenkoeken en pizza (wat is dat toch met die p?)
En dan nog onder bepaalde voorwaarden. Zo schoof Zoon laatst in een pizzeria zijn pizza Margarita opzij want 'er zal allemaal ETEN op'. Tja Zoon, kale pizzabodems zoals jij ze het lekkerst vindt, serveren ze vaak niet in restaurants.

Meestal laten we het maar zo omdat hij daarnaast wel goed bruin brood en fruit eet, maar soms krijgen we weer een aanval van opvoedwoede: dan moet hij iets proeven (ook met een p trouwens).

Zo hadden we laatst doperwtjes. Zoon keek er met zijn vertrouwde afkeurende blik naar. '1 doperwt proberen', zei ik streng. Zoon hield zijn handen voor zijn mond en leunde zover mogelijk naar achteren.
Het rare is dat ik mezelf op zo'n moment in een soort helicopterview zie. 'Kijk mij nou eens moeite doen voor 1 doperwt', zoiets. Maar goed, helicopterview of niet, Zoon weigerde nog steeds de doperwt.

'Dan ga je maar naar de gang totdat je de doperwt wil eten', zei ik, ook niet zo goed wetend hoe-te-handelen-in-benauwde-opvoedkwesties. Snikkend zat Zoon op de gang. Verschrikkelijk.

'Zullen we het weer proberen?', zei ik, opgewekter dan ik me voelde. Walgend stond Zoon voor de doperwt. Die er inmiddels inderdaad niet meer zo appetijtelijk uitzag omdat hij niet alleen koud, maar ook geplet was door een val op de grond in de doperwtenstrijd. Maar het was de enige doperwt die we nog hadden, en ik wilde nu niet capituleren. Dat leek me opvoedkundig niet zo verstandig.
Dapper stopte Zoon de doperwt in zijn mond. Ik voelde me een verschrikkelijke moeder. 'Heb je 'm doorgeslikt?', vroeg ik ook nog. Toen dat het geval bleek te zijn, prezen we hem de hemel in. En deden we een spelletje om de avond toch nog positief af te sluiten.

De volgende dag zag ik ergens half onder de struiken een legopoppetje liggen. 'Ach, kijk nou, iemand is zijn legopoppetje verloren', zei ik tegen Zoon. 'Die heb ik gisteren naar buiten gegooid', zei Zoon, toch een beetje schuldbewust. 'Ik was heel boos over die doperwt'.

Was er toch nog een slachtoffer te betreuren in de doperwtenoorlog.

maandag 12 september 2011

prentje en de rust

Soms, als ik het bijvoorbeeld heel druk heb op mijn werk, vind ik het heerlijk om in het weekend een beetje rustig aan te doen. Dus toen ik Man in ons huisje aanbood om samen met Zoon naar het zwembad te gaan, kwam dat goed uit.

Na eerst nog wat relaxed te hebben rond het huisje, besloot ik naar het strand te fietsen om bij mijn favoriete strandtentje te lunchen. Ik vind dat geen probleem, om in mijn eentje op een terras te zitten. Als het maar niet zo'n terras is waar iedereen elkaar zit te bespieden en beoordelen. Maar op ons familieterras loop je eerder het risico een overenthousiaste senior naast je te krijgen met een haast dwangmatige behoefte om met iedereen een praatje te maken. Dat gebeurde dus ook.

Ik bestelde een flesje Prosecco en toostte zachtjes op mezelf en mijn vrije middag. De pastasalade die voor mijn neus werd gezet, smaakte prima.
Omdat het zo lekker weer was, maakte ik een lange wandeling langs het strand. Vervolgens liep ik via de duinen terug.

Ik hou van de overgang van de seizoenen. De herfst zit in de lucht, maar de zomer wil nog geen afscheid nemen. 

Mijn wandeling eindigde bij mijn huisje. Ik besloot om later maar mijn fiets op te halen bij het strand en na een beker thee was het tijd voor een heerlijke siësta. Toen ik even later gewekt werd door het opgewonden stemmetje van Zoon, was ik er weer bijna klaar voor mijn mama-rol.
Na een verfrissende buitendouche stelde ik Zoon voor om samen mijn fiets op te halen. Hij ging akkoord als hij een ijsje kreeg. Samen zaten we even later op het andere terras dat ons strandje rijk is.

Omdat het seizoen bijna ten einde loopt, heb ik sterk de behoefte om het nog even vast te houden. Dus toen we na het eten erachter kwamen dat we geen toetje hadden, stelde ik Man voor om een dessert bij een van de restaurantjes in ons kustdorpje te nuttigen.

En zo zat ik voor de derde keer die dag op een terras, telkens in een wisselde samenstelling. Ik begon in mijn eentje en eindigde met mijn gezin.

Precies goed voor een late zomerdag in september.

woensdag 7 september 2011

prentje en de internetbestellingen

Ik weet niet hoe dat bij u zit, maar ik bestel steeds vaker dingen op internet. 

Zo had u nog mijn nieuwste aanwinst van mijn favoriete illustrator Ingela P Arrhenius tegoed: de Zweedse circusfiguren. Tot hun eigen schrik zijn ze op de Nederlandse Parade beland. Maar ze vermaken zich prima hoor.

Echt winkelen, zoals ik vroeger kon, doe ik nauwelijks meer. Het is zo vaak meer van hetzelfde; alle steden beginnen op elkaar te lijken. Dat komt natuurlijk omdat alleen de grootste winkelketens het zich nog kunnen veroorloven om fysieke winkels te hebben. Gelukkig heb je nog af en toe wat kleine zijstraatjes, daar zijn soms nog wat bijzondere winkeltjes te vinden. Maar ook steeds minder, naar mijn gevoel.

Waarschijnlijk komt dat ook omdat mensen steeds vaker webwinkelen. Dus eigenlijk ben ik zelf een van de veroorzakers van het probleem dat ik net schets.

Hmm. Als u me wilt excuseren, ik ga even de stad in.

maandag 5 september 2011

prentje en de fijne zaterdag

Omdat Man een bbq in Groningen had, ging ik dit weekend samen met mijn kleine man naar mijn huisje. Het beloofde mooi weer te worden. Nou weet je dat nooit hier, en zeker niet deze zomer, maar we hadden er zin in. Om er optimaal van te genieten, vertrokken we vrijdagavond al.

We worden ongeveer gelijk wakker, Zoon en ik. Ik leg de meegebrachte croissantjes in de oven, en dek ondertussen de tafel buiten. In het zonnetje genieten we vervolgens van de warme broodjes.
Vandaag wordt in ons dorpje, voor de laatste keer dit seizoen, de kofferbakmarkt gehouden. We schuifelen langs de kleedjes. Plots staat Zoon stil. Een voetbaltafel, zijn grote wens. Nou ja, meer een koffietafelmodelletje. 'Twee euro', zegt de man achter het kleedje. We mogen 'm later op komen halen. Dolgelukkig huppelt Zoon aan mijn hand verder.

Thuisgekomen zet ik koffie. Zoon haalt zijn vriendje om te komen spelen met zijn voetbalspel. Genietend van het zonnetje, drink ik mijn koffie op. Even later loop ik door ons dorp. Ik maak een praatje met de eigenaresse van het gekke winkeltje waar ik mijn halve inboedel vandaan heb. Doe boodschappen in de supermarkt. Omdat deze zo klein is, hebben ze van alle producten maar een merk. Dat scheelt veel keuze-stress.

Ik maak hotdogs terwijl de zon steeds feller gaat schijnen. Zoon vraagt of zijn vriendje mee mag naar het strand. Even later fiets ik met twee jongetjes richting zee. Ze vermaken elkaar, terwijl ik eindelijk weer eens de rust vind om een boek te lezen. Even later vertrekken we richting terras.

We blijven tot half 7 op het strand, het blijft maar warm. De jongens zijn continu in zee, die heel rustig is.
Langzaam fietsen we naar ons huisje. Zoon en ik spoelen het zand van ons af onder de buitendouche.
Zoon is uitgenodigd om poffertjes te eten bij zijn vriendje. Ik schenk een glas wijn in, zet het raam open en kook een snelle maaltijd voor mezelf.

Zoon komt vragen of hij met zijn vriendje en zijn moeder naar het dorpsfeest mag. Blij rent hij weg. Ik zet een pot thee en pak een tijdschrift van de stapel die ik van mijn zus heb gekregen. Ik hoor de krekels. Mijn broer, die op hetzelfde veld een huisje heeft, komt een praatje maken.

Het begint donker te worden als ik naar het feestterrein loop. Er speelt een coverbandje. Er dansen wat mensen, kinderen rennen in het rond. En het blijft maar warm.

Als we allemaal moe zijn, lopen we terug naar ons veldje. Ik kruip gelijk met Zoon onder de wol.

 Just a perfect day.