vrijdag 30 april 2010

prentje en het verfgebeuren

Waarschijnlijk verwacht u nu een Koninginnedagblogje. Met leuke vondsten enzo. Mis. Prentje stond vandaag de hele dag te verven. En dan niet eens een leuke creabea-creatie, zoals mijn strandhuisjes hierboven, maar gewoon, ordinair verven met latex. Ons vakantiehuisje was namelijk voor een groot gedeelte geel. Dat vindt mijn moeder leuk, die dan ook hogelijk verbaasd was dat ik erover heen ging verven. 'O, doe je het dan ook weer geel?' Nee mam, het is lichtgrijs geworden. En mooi dat het staat. Alleen was er wel erg veel geel. En wilde ik het in een dag afhebben. Dus nu ben ik wel een tikkeltje moe. En stijf. Maar omdat het alweer bijna een week geleden is dat ik een blog schreef, wilde ik u niet teleurstellen. Helaas nog geen foto's van het lichtgrijze huisje. Ik was namelijk Aan Het Werk.

En wat betreft Koninginnedag: die had ik stiekem gisteravond al gevierd, in Utrecht. Want ik wil best verven hoor, maar ik moet toch even over de vrijmarkt scharrelen. Zoon kreeg een paar euro en mocht daar zelf spulletjes voor uitzoeken. Ik heb nog even geprobeerd of hij toch niet zelf zijn enorme berg speelgoed wilde verkopen 'dan mag je het geld zelf houden, schat' maar hij was niet te vermurwen. In eerste instantie dacht ik dat het was omdat hij zo gehecht is aan zijn speelgoed.
Ik had laatst namelijk een poging gedaan wat van de HappyMeal-KinderSurprise-AlbertHeijnacties-Danootjesrommel weg te gooien. Had er zelfs een papiertje over gedaan in de vuilnisbak, zodat hij het niet zou zien. Maar de volgende dag lag alles weer keurig terug in zijn speelgoedbak. Met hier en daar een bananenschil ertussen. Nee, Zoon ging niets verkopen vandaag 'want dan moest hij geld teruggeven'.
Het duurde even voordat we begrepen dat onze kleine Scrooge het wisselgeld bedoelde.

zaterdag 24 april 2010

prentje en de bollenvelden

Man, Zoon, Superzus en ik vertrekken vroeg om naar ons vakantiehuisje te gaan. Het is de eerste keer dat Superzus er even uit is sinds haar ziekte, en de afleiding doet haar goed. Ik wil haar vooral verwennen vandaag. We rijden met een omweg omdat ik graag even langs de bollenvelden wil. Tot ongenoegen van Man die vooral aan de slag wil. En wel zo snel mogelijk.

Ik vind bloeiende bollenvelden altijd iets magisch hebben. Voor mij is het gewoon kunst. We stoppen voor wat foto's. Nadat Zoon is omgekocht, wil hij ook wel even poseren met zijn wereldhaar. Zo noemt hij het zelf tenminste. Gister heb ik het niet gekamd nadat we in bad zijn geweest en het staat alle kanten op. De Stampertjes van Pluk zijn er niets bij. 'Bovenop woont God, en aan de zijkanten alle mensen', beweert hij. Dan heeft hij dus over zijn haar hè, voor de duidelijkheid. Omdat ik een levendige fantasiewereld vooral toejuich, zijn we de hele dag op stap met Stampertje in het kwadraat. Nu wilt u natuurlijk een foto als bewijs. Die houdt u tegoed, want ik wil vandaag een andere foto laten zien.
Omdat ik nog steeds met een kapotte lens worstel, krijg ik soms wat vervreemde foto's. En soms pakt dit heel goed uit, zoals nu. Een tulp uittorent boven een hyacintenveld.

Vroeger wilde ik zo graag zijn zoals alle anderen. Ik vond het als puber vervelend dat ik niet een hokje paste. Zo werd ik onder andere met mijn lengte (1.83 m) regelmatig gepest. Nu koester ik het feit dat ik niet doorsnee ben. En met zo'n lengte heb je prima zicht.
Ook over een hyacintenveldje.

vrijdag 23 april 2010

prentje is thuis

Zoon heeft een dagje vrij. En ik ook, dus dat komt goed uit. We doen niet zoveel, eigenlijk. We hebben gelukkig het Vriendenboekje gevonden, dat we al een tijdje zochten. Onder de bank, logische plek natuurlijk. Ik lees de vragen voor, Zoon geeft antwoord. Bij de vraag 'Wat wens je me voor de toekomst?', komt het antwoord snel. 'Dat je een gelukkig leven hebt en jezelf blijft', citeert hij. Vijf jaar en dan al zoveel levenswijsheid.

Na deze drukke activiteit rolt hij zich in zijn plaidje op de bank. 'Aaah, wat is het leven heerlijk als je in een dekentje ligt', verzucht hij. Echt, ik verzin dit niet. Ik zou het niet eens kunnen. 'Vind je het niet lekker ruiken mama?', vraagt hij vervolgens. 'Waar ruikt het dan naar schat?' Ik ruik namelijk niks. 'Naar de thuislucht', zegt hij gelukzalig.

donderdag 22 april 2010

prentje niet zo handig bezig

Ik doe dus die naaicursus hè. Twee weken geleden op de stoffenmarkt (o man, daar loop ik echt rond als een kind in een snoepwinkel) een heel kek stofje gekocht. Ik vond het zo frappant dat ik de stof vond die ik precies in mijn hoofd had, zandkleurig met bloemen en pauwen. Tot ik gister in mijn lijfblad Flow een plaatje van een rokje zag, als lokkertje voor een webwinkel. Die webwinkel had ik namelijk een tijdje geleden bezocht. Verlekkerd had ik naar het rokje gekeken, maar ik vond het toch te duur. Negentig euri voor een stukkie stof, hou es op zeg. Maar blijkbaar was dat toch blijven hangen in mijn onderbewuste.

Inmiddels snap ik waarom zelfgemaakte kleding zo duur is. Want wat een werk zit er in, zeg. Elke week sjouw ik me een breuk aan mijn naaimachine, die ik ongebruikt weer terug naar huis til aan het eind van de cursus. Want eerst moet er een patroon worden getekend, vervolgens moet er worden gekrijt, gelust, geregen en wat al niet meer.
En mijn juf maar benadrukken dat het heel nauwkeurig moet gebeuren.
En dat je geduldig moet zijn.
En laten dat nou net niet mijn sterke eigenschappen zijn.
Inmiddels naderen de kosten qua materiaal en cursusgeld het bewuste rokje van internet. En dan reken ik mijn eigen uren voor het gemak maar even niet mee. Maar hé, ik kan wel straks zeggen dat ik het zelf gemaakt heb.
Ergens in september ofzo.

Terug naar mijn andere cursus (het lijkt wel alsof ik niets anders doe): de fotocursus. Trouwe lezers weten dat ik zo stom ben geweest om mijn camera te laten vallen. Man adviseerde om 'm op te sturen naar de fabriek en even te wachten wat daar uit kwam. Maar nee, ik had daar het geduld niet voor (daar gaan we weer) en schafte een nieuwe camera aan (althans, de body). Nou kreeg ik vandaag de offerte voor de reparatie en die bleek enorm mee te vallen. Nog onder de 100 euri. Inmiddels zit ik wel met een nieuwe camera met een oude lens die stuk is, en een oude camera die gerepareerd kan worden voor een schappelijke prijs, alleen zonder lens.
Snapt u het nog?
Niet zo handig bezig hè, ik zei het u al.

zondag 18 april 2010

prentje en de fotocursus

Omdat ik een nieuwe camera had gekocht, mocht ik tegen gereduceerd tarief een fotocursus volgen. Nou, dat liet ik me natuurlijk geen twee keer zeggen. Ik had wat twijfels omdat mijn camera een tikkie raar deed, maar dacht dat opgelost te hebben met een nieuw kaartje.
Vol goede moed ging ik op weg naar Amsterdam. Op het station kwam ik erachter dat ik mijn kortingscoupon was vergeten. Even een dilemma: naar huis terug en te laat komen, of het risico lopen dat ze er niet naar zouden vragen. Ik koos voor de tweede optie.

En gelukkig werd er niet naar gevraagd. Ik stond alleen niet op de presentielijst, maar ook dat was geen probleem. Een aantal hindernissen waren dus al weer genomen.
Na wat technische uitleg over de camera, gingen we naar buiten voor de eerste oefening. We moesten een fietser fotograferen die voorbij kwam racen waarbij het de bedoeling was dat de fietser 'bevroren' werd en de achtergrond bewogen op de foto zou komen. Nou zijn die Amsterdammers wel wat gewend, dus die fietsen gewoon door terwijl ze worden gefotografeerd door dertig cursisten. Eentje stak toch even beide handen omhoog, alsof hij net de Tour de France had gewonnen. Ondertussen werden wij weer gefotografeerd door enkele toeristen. En zo was het cirkeltje weer rond.
Alleen wel vreemd dat mijn camera steeds blokkeerde. Maar goed, we gingen weer verder met de theorie, dus ik had niet zoveel tijd om me daar druk over te maken.

Tweede oefening. Wij weer naar buiten, de brug op. Dit keer kregen we de opdracht te spelen met het diafragma, waarbij het voorwerp op de voorgrond scherp in beeld kwam, en de grachtenpanden een onscherp decor vormde. Dertig man met camera's turend naar de gracht. 'Zwemt er een walvis in?' Altijd lollig, die Amsterdammers. 'Wel twee', sprak mijn docent gevat. En die komt nog wel uit Utrecht.

Terug naar het fotograferen. Wat ik ook deed, het lukte me niet. Ik voelde me een beetje de schlemiel van de groep. Toch maar de 'meester' erbij gehaald. 'Ik zie het al, je lens is kapot', concludeerde hij. Schoorvoetend gaf ik toe alleen een nieuwe 'body' te hebben gekocht, omdat ik dacht de lens de val van laatst had overleefd. Ja hoor es, het is al duur genoeg allemaal. Maar goed, de lens bleek zelf ook een optater gehad te hebben. De autofocus was kapot, wat betekende dat ik alleen handmatig kon scherpstellen. Weliswaar is dat het 'echte' fotograferen, maar het is ook een hoop gedoe.
Ik vrees dat ik op zoek moet gaan naar een rijke sponsor. Of stoppen met fotograferen.
Maar dat laatste is natuurlijk geen optie.
Iemand lensje over?

dinsdag 13 april 2010

prentje en werk

'Mama, wat wil jij eigenlijk worden als je groot bent?', vraagt Zoon. Zelf weet hij het wel, hij wordt Superman. 'Ik ben toch al iets', zeg ik, terwijl ik twee bijpassende sokken zoek. 'Wat dan?', is zijn terechte volgende vraag. 'Ik maak bladen', zeg ik. Hij kijkt me verbaasd aan. Ik ben toch geen boom.

Bladen maken vind ik geweldig. Als eindredacteur zat ik samen met een collega vandaag aan tafel met een aantal creatieven, die meedenken over de restyling van ons blad. Fantastisch, hoe je na een middagje brainstormen bijna een volledig bladconcept op tafel hebt. Op zulke momenten is werken echt leuk.

Gister zat mijn collega 's avonds thuis te werken. 'Mam, wat ben je aan het doen?', vroeg haar negenjarige dochter. 'Ik ben aan het werk', zei mijn collega, even opkijkend van haar tafel vol paperassen. Waarop haar dochter zei: 'Als dat werk is, hoef ik later geen baan.'

Als kind droom je niet van een baan op kantoor. Dan wil je Superman worden, of stewardess. Maar als de vacature van Super(wo)man al bezet is, weet ik een leuk alternatief.
Bladenmaker.

zondag 11 april 2010

prentje en de trouwdag

Het is vandaag mijn trouwdag. En de eerste die ik gescheiden van Man doorbreng.

Man is namelijk aan het klussen in ons vakantiehuisje. Samen met zijn handige papa legt hij een witte laminaatvloer. Hij is het hele weekend al weg. Zoon en ik zijn dus op elkaar aangewezen. En nemen het er lekker van. We gaan naar de film, zitten op een terrasje, eten patat en pizza en gaan laat naar bed.

Vandaag zijn we bij zus langs geweest. Daar gaat het, naar omstandigheden, heel goed mee. De operatie is geslaagd, voor zover ze dat nu kunnen beoordelen. Nog zeven weken behandelingen heeft ze te gaan. Maar daar slaat ze zich ook doorheen, zeker weten. Mijn sterke superzus. Samen halen we nog even herinneringen op aan zeven jaar geleden, toen Man en ik trouwden.

Voor Man hoefde het allemaal niet zo, dat hele trouwgebeuren. Dus bedachten we een manier die bij ons zou passen. Dat betekende vooral handmade, persoonlijk en informeel. We maakten zelf onze trouwkaart door 'Wij gaan trouwen' op het strand te schrijven. Mijn jurk had ik samen met een bevriende kostuumontwerpster ontworpen. De man van de vriend van Man (dit is even een doordenkertje) is dominee en trouwde ons. Dit werd gefilmd door mijn broer. Fotografe-vriendin schoot een prachtige serie van ons aan het strand. We trouwden namelijk op een steenworp afstand van zee, in een klein wit kerkje. Na het ja-woord gingen met het kleine gezelschap (alleen directe familie en wat vrienden) eten in een gek restaurantje, met pluchen hertenkoppen aan de wand. Dit was de manier die bij ons paste. En nog steeds past, gelukkig.

Het is vandaag mijn trouwdag. En ik denk aan Man, die klust aan ons vakantiehuisje in dezelfde plaats als waar we trouwden.
De cirkel is rond.

vrijdag 9 april 2010

prentje en zus

Over een half uur wordt mijn zus geopereerd. Een nare ziekte die veel vrouwen treft. Ze is zo dapper. Veel dapperder dan ik. Ze weet niet dat ik met mijn zonnebril naar school moet omdat mijn ogen zo opgezwollen zijn van alle tranen. Dat ik na haar telefoontje op mijn werk naar huis moest omdat ik compleet ingestort was. Dat wilde ik ook niet. Ik wilde voor haar sterk zijn. Haar steunpilaar zijn. Zoals ze dat ook altijd voor mij is.

Mijn zus en ik schelen dertien jaar. Voor mijn gevoel heb ik altijd twee moeders gehad. Mijn echte moeder was bijna veertig toen ik geboren werd, en al grijs. Dat leverde leuke situaties op als de twee dames met mij op pad gingen. Er is een anekdote dat we met z'n drieën bij de HEMA waren en ik het op een brullen zette. Waarop mijn zus in de kinderwagen riep: 'stil maar, oma komt zo terug'. En dan stilletjes genieten van alle verbaasde blikken.

Toen ik drie was, maakte ze samen met mij een cassettebandje, want dat was 'leuk voor later'. Een hele tijd ging het goed, tot ik er geen zin meer in had. We kregen live ruzie, omdat ik van haar een liedje moest zingen en ik het wel genoeg vond. Inderdaad leuk voor later; het bandje is een kostbaar kleinood.

Ze hielp me met mijn huiswerk, ze ving me op als ik liefdesverdriet had. Ze was mijn getuige op mijn huwelijk (zie foto). Ze was er als eerste toen Zoon was geboren. Ze betekent zo veel voor me.

Word snel beter zus, ik kan je niet missen.

zondag 4 april 2010

prentje en het paaswonder

Zoon ligt tussen ons in. Niet omdat het Pasen is, maar eigenlijk bijna altijd. Hij begint in ons bed, wordt in zijn eigen bed getakeld als wij gaan slapen en komt halverwege de nacht weer bij ons. Deze cyclus herhaalt zich praktisch elke nacht, en ik lig er niet wakker van.
Maar goed, Zoon ligt dus tussen ons in.
'Zal ik je voorlezen, mam?', vraagt hij, wakker als altijd. 'Is goed schat', antwoord ik, slaperig als altijd. Hij pakt een van de boekjes die hij van mijn collega heeft gekregen, Avi 1. En begint vlot alle woordjes op te noemen. Dit gaat hem snel vervelen, en daarom gaat hij op zoek naar het boekje met niveau Avi 2. Hele zinnen leest hij, achter elkaar. Ik val van verbazing bijna uit bed.
Mijn paaswonder.

Bij het ontbijt maak ik foto's van hem met mijn nieuwe toestel. Ik baal, want het ding werkt niet naar behoren. Ik kan niet scherpstellen en probeer verschillende standen. Zal dat komen omdat ik mijn oude lens heb bewaard? Zou die toch ook beschadigd zijn? Zoon kijkt met mij naar de foto's op de computer. 'Deze moet je op internet zetten mam', zegt hij, bij een van de meest mislukte foto's. Bij deze.

Zoon en ik zitten in bad. We noemen op waar we van houden. Dat varieert van de lente, kinderboeken, illustraties, foto's, Pokemon (drie maal raden wie daar van houdt), papa, speelgoed, bloemen, paaseieren zoeken en een warm bad nemen - tot leuke kleren, reizen eten, drinken, hartjes en films kijken. 'Ik weet een hele goeie', zegt Zoon vastberaden. Benieuwd wat er nu komt. Lego? Verjaardag?
'Van jezelf', zegt hij.
Mijn traan vermengt zich snel met het badwater.

zaterdag 3 april 2010

prentje en het vakantiehuisje

1 april is voor veel mensen een belangrijke datum. Niet alleen voor grappenmakers, zoals Zoon die, voordat het 08.00 uur is al vijftien grappen heeft gemaakt van het kaliber 'er zit in spin op je hoofd'.
Maar ook voor iedereen die een vakantiehuisje of iets dergelijks heeft. Dat is namelijk het begin van het seizoen.

Ons huisje stond nog vol met spullen van mijn moeder die, zoals eerder opgemerkt, nogal een andere smaak heeft. De boel moest dus leeggetrokken worden, maar door wie? Ik belde met een kringloopwinkel daar in de buurt. Bij het woord caravan haakte de beste man af. 'Nou', probeerde ik, 'het is niet echt een caravan met vaste meubels, de spullen staan er los in. Je moet meer aan Ikea-meubelen denken.' Dat was blijkbaar een toverwoord, want toen wilde hij wel langskomen. Wij moesten er dus als een speer naar toe.

Op het afgesproken tijdstip kwam er een grote vrachtwagen, met twee sjouwers. 'Tja', zei een van de sjouwers, 'ik weet niet of mijn collega het al verteld heeft, maar we nemen alleen dingen mee waarvan we denken dat ze nog verkoopbaar zijn. Mijn collega had het over Ikea-meubels?' We zagen de bui al hangen. Dat we er nog iets voor zouden krijgen, was al niet meer im Frage. We mochten onze handen dicht knijpen als hij het spul al mee zou nemen. Bedenkelijk keek hij naar de verzameling nepbloemen in vaasjes, de nephaard en de slaapbank. 'Die bank is kapot, die nemen we niet mee', sprak hij resoluut. 'Nee hoor, zei Man vlug, 'Die is nog prima.' En dat was ook zo, dus die ging de vrachtwagen in. Volgende sta-in-de-weg: een grote servieskast met gouden knopen. 'Je hebt oud en leuk-oud, en dit valt onder de categorie oud en onverkoopbaar', sprak hij streng. Ook de oude stoel ging daarom niet mee. Maar wel het serviesgoed, wat zo gedateerd is, dat het weer hip is. Denk porseleinen kopjes met herderinnetjes en gouden randjes. En jaren zeventig borden met oranje en bruine cirkels. Het was nog even in me opgekomen om het zelf te gaan verkopen, op koninginnedag ofzo, maar daar had ik even de puf niet voor. Het ding moest leeg, en wel zo snel mogelijk. En dan zag ik dit maar alvast als bijdrage aan de maatschappij.
Toen ik met het zoveelste nepboeket aan kwam zetten, moesten ze vlug weg.

Vervolgens keken we rond in een bijna leeg huisje. Op de plek waar de blauwe slaapbank had gestaan, zagen we een bruine lekkageplek. Ook de vloer was daar zo zacht dat we er niet te lang op moesten staan. Zwijgend keken Man en ik elkaar aan. 'Het wordt een paleisje, echt', probeerde ik de moed er in te houden.
Meer tegen mezelf eigenlijk.

donderdag 1 april 2010

prentje en de naaicursus

Een van mijn goede voornemens was: het snappen van mijn naaimachine. Toen ik laatst een foldertje in de bus kreeg van een naaicursus, dacht ik dan ook: dit is mijn kans. Gezellig met andere hippe mama's leuke dingen maken. Kopje thee erbij, kekke stofjes, beetje contacten leggen: ik zag het helemaal zitten.
Dus toog ik opgewekt met mijn naaimachine onder mijn arm richting cursuslocatie. Ik had al gemaild met de organisatie: ik stroomde wat later in, maar dat was geen enkel probleem, zei ze.
Voor het gebouw stonden een paar vrouwen gezellig te kletsen. 'Komen jullie ook voor de naaicursus?', vroeg ik, vol goede moed. Helaas. Dus liep ik alleen het gebouw binnen, waar ik ongeveer tot in de spelonken moest zijn. Ondertussen begon de naaimachine steeds zwaarder te worden onder mijn arm. Ik zag twee vriendelijke Indische dametjes. Dat was de naaicursus. Althans, een vriendelijk dametje gaf de cursus, en het andere vriendelijke dametje, die al wat verder was, zat te zwoegen op een rok.

Ik kreeg dus een soort van privéles. Er was wat gehannes met borden, en vervolgens kreeg ik een lijvig boekwerk waarin stond hoe je van iemand de maat moest opnemen. Dat herhaalde het vriendelijke vrouwtje op een van de borden. Vervolgens moest ik een ingewikkeld patroon van een rok natekenen, wat zij heel klein voortekende op het bord. Ik moest er een paar tafeltjes voor naar voren, anders kon ik het niet zien. Meteen kreeg ik weer visioenen van de wiskundeles, die voor mij met mijn soort van rekendyslectie (daar is zelfs een term voor: dyscalculie) een nachtmerrie waren.
Toen ze na een uur zei: 'en nu gaan we het patroon tekenen van een kokerrok', greep ik in. 'Euh', zei ik niet al te intelligent, 'ik weet niet hoe mijn naaimachine-die-ik-ooit-in-een-impuls-bij-de-Wehkamp-heb-besteld, werkt.' Vervolgens kreeg ik een uur uitleg over mijn naaimachine. En warempel, wat mama en schoonmama niet gelukt waren: ik kreeg een klein beetje door het ding in elkaar zat. Althans, hoe ik de boven- en onderdraad er in moet stoppen. Dat vond ik al heel wat.
Terwijl ik zat te klooien, vertelde het vriendelijke vrouwtje die les gaf wat meer over zichzelf. Ze werkte met demente bejaarden, deed het een en ander voor de kerk, en zette zich in voor een vrouwenorganisatie die vrouwen ondersteunde die het wat minder getroffen hadden. Vanmorgen was ze nog langs geweest bij vrouwen die het woord naaien op een heel andere manier interpreteren om Nederlandse taalles voor ze te regelen. Wat een vrouw. Ik schaamde me een beetje. Wat doe ik nu voor de maatschappij?
En zo leerde ik die avond meer dan het insteken van de draad.
Misschien moet ik maar jurken voor kinderen in Afrika maken.
Zodra ik door heb hoe die naaimachine werkt.